Mijn eerste blog vanuit Andalusie


















Dit blog gaat over Jan en Sjaklien die sinds twee jaar In Fuentes de Cesna in de provincie Granada Andalusie wonen.
Jan is galeriehouder en Sjaklien is een journaliste, tekstschrijver. Beiden zonder vast werk in Andalusie maar toch via allerlei (internet) wegen naast de verbouwingen van hun huis ook met hun vak bezig.
De afgelopen twee jaar hebben wij onze oude cortijo verbouwd tot een mooi en modern ingericht huis met een vakantiehuis ernaast. Zo nu en dan zal ik hier iets over vertellen. Mochten jullie nieuwsgierig naar het vakantiehuis zijn.
http://www.casaconguino.com/
Casa con guiño betekent het huis met de knipoog. Wij willen hier ook met een knipoog tegen het leven aankijken. Lang niet altijd even gemakkelijk maar dat zal de komende tijden in dit blog wel duidelijk worden.

Vandaag begin ik met gisteren en niet met nog langer terug. 
Gisteren zijn we naar Loja gereden, Loja is een stadje in de provincie Granada
met een rijk verleden maar veel oude gebouwen hebben ruimte moeten maken voor nieuwbouw en veel van de oude gebouwen die er nog staan worden momenteel gerestaureerd. We moesten naar Loja voor een ziekenfondskaart. De kaart die je hier krijgt van de Securidad Social is niet in het buitenland geldig. We moeten een kaart hebben die ook in Nederland geldig is want daar gaan we 8 november voor een weekje familie heen.
Meestal is het een heel gedoe om iets te krijgen bij het kantoor van de Seguridad Social maar deze keer hadden we geluk. Er waren geen klanten en we werden direct geholpen. De man die ons hielp wist wat we bedoelden en vroeg naar het Nie nummer terwijl ik mijn verzekeringskaartje met gegevens al had gegeven, het NIE nummer in Spanje heb je eigenlijk voor allerlei dingen nodig maar we hadden het originele papier niet bij ons. Wanhopig keken we de man aan en normaal wordt er dan gezegd, sorry dan kunnen wij u niet helpen, nu keek hij in de computer en zowaar daar verschenen mijn registratiegegevens op het scherm. De man lachte vriendelijk en wij lachten nog vriendelijker terug. Twee minuten later hadden we ons felbegeerde plastic kaartje waarmee je kan aantonen verzekerd te zijn tegen allerlei onheil.
Vriendelijk lachend en Hasta luego zeggend verlieten wij het kantoor en gingen op zoek naar een bar voor een kopje koffie. Al wandelend besloten we even naar de markt te gaan die we bij aankomst in Loja gezien hadden maar dit bezoek was geen echt succes. De markt bestond voornamelijk uit kledingkramen en was verspreid over een erg groot veld. We liepen de verkeerde weg terug, belanden op plekjes waar we nog nooit waren geweest en uiteindelijk vertelden twee vriendelijke oude dames ons hoe we weer in het centrum van Loja konden komen.
Terug in het centrum, koffie gedronken met een taartje in een leuke bar en besloten om nog even naar het tuincentrum te gaan. Het was al half twee geweest en voor we de auto terugvonden en we bij het tuincentrum aankwamen was het bijna twee uur. Vlug naar binnen op zoek naar onze struik met paarse bloemen waarvan we de naam altijd vergeten. We konden hem niet vinden. De man van het tuincentrum wees op zijn horloge en zei dat hij wilde gaan eten en dat het tuincentrum om vier uur weer open ging. Wegwezen dus.
De terugweg zijn we via Loja naar Iznajar gereden, een omweg maar een weg die we nog niet vaak hadden gereden. De weg slingert door een glooiend landschap terwijl de weg naar Fuentes vanaf Loja echt door de bergen gaat. Vreemd om te zien hoe op een kleine afstand van elkaar er zoveel verschil in het landschap zit. We zagen nog een wandelpad naar Iznajar, een paar leuke restaurants en ineens een oude weg naar het Embalse de Iznajar. Altijd in voor een nieuwe ontdekking volgden we de oude asfaltweg. De gaten in de weg werden steeds groter en grote delen van de weg waren weggeslagen. Maar we weten inmiddels dat onze Fiat Panda voor geen gat gevangen is. Dus in de eerste versnelling goed op de weg lettend verder. Wat voor mij niet altijd even gemakkelijk is want ik wil graag zoveel mogelijk om mij heen zien. Langzaam daalde weg af en rechts van ons doemde het meer op. Prachtige vergezichten over de heuvels met olijfgaarden en stukjes wild ruig landschap naar de overkant van het meer. Het meer lag rimpelloos in de diepte en had de kleur van de bergen en het landschap eromheen aangenomen.
Het meer is vaak wisselend van kleur van donkergrijs tot een fantastische kleur groen en blauw. Nu leek het op een spiegel waar de omliggende bergen zichzelf in bekeken.
We stopten maakten foto’s en ontdekten een oude grenssteen en een bord met provincie Granada. We zaten precies op de grens van de provincies Granada en Cordoba. Wij wonen ook bijna op die grens dus achter de berg aan de overkant moest onze casa liggen. Lekker genietend van de warme oktoberzon kuierden we een beetje rond, maakten foto’s en vervolgden de oude slechte weg. We kwamen nog een huis tegen dat uit de verte een ruïne leek maar aan de voorkant volledig vernieuwd was. Een vreemde gewaarwording het huis zomaar langs de kant van de weg.Het kon als een decor voor een film zijn neergezet. Een paar kilometer verder stond in deze verlaten vlakte ineens een enorm huis met allerlei terrassen en een Amerikaanse grote auto naast een Engelse Landrover geparkeerd. We hadden net tegen elkaar gezegd dat we zo eenzaam niet durfden of wilden wonen, maar deze mensen hadden het wel gedaan. Er was geen spoor van leven om het huis te bekennen en we reden verder. In de verte doemde aan de overkant van het meer het dorpje Iznajar op.
Een uur later bereikten we de weg weer die we een aantal kilometers daarvoor verlaten hadden. Even later reden we het dorpje Fuente el Conde binnen. Daarna reden we al snel weer op de oude weg naar ons huis. Thuisgekomen werden we vriendelijk begroet door onze honden Zorro en Choco en ontdekten we dat het al bijna 18.00 uur was. De tocht had veel langer geduurd dan we hadden gedacht. Dat is eigenlijk iets wat ons hier steeds gebeurt, we verliezen alle gevoel voor 
tijd.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het stuwmeer van Iznájar

Een lekkend dak in Andalusië,