Het kasteel van Otiñar in de provincie Jaén.


Andalusië blijft ons verbazen. Wij zijn hier komen wonen omdat de mensen erg aardig zijn, de grote steden geweldig, dorpen verrassend en de natuur vaak overrompelend en indrukwekkend. Gisteren hebben we weer iets geweldigs ontdekt. We zijn gaan wandelen met Naturciencia uit Priego de Córdoba en de reis ging naar Otiñar een kasteel met natuurgebied ongeveer 13 km buiten de hoofdstad Jaén. Niet naast de deur, ongeveer twee uur rijden van casa con guiño. Bij aankomst kregen we een enorm panorama te zien met rotspartijen en in de verte op een berg het kasteel van Jaén. Daarna bracht onze gids Antonio ons door een veld vol stenen naar een gedenkteken voor koning Carlos III in the middle of nowhere. 

Vandaar bergopwaarts door een veld met nog meer stenen en prachtig rood gekleurde herfstbomen naar de overblijfselen van de oude nederzetting Cristina. Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat ik de restanten van het dorp en de begraafplaats nauwelijks kon onderscheiden van de rest van de omgeving. Een eenzame dolmen iets verderop was wel te herkennen. Uit onderzoek is gebleken dat dit gebied al 6000 jaar geleden bewoond was. Het landschap is overweldigend. De rotsen lopen loodrecht naar beneden en de weersinvloeden hebben enorme spelonken uitgehakt in de wanden. Daarna verder gewandeld door dennenbossen en tot de ontdekking komen dat het wandelpad is afgesloten. Maar een goede Andalusische gids vindt altijd wel een paadje langs een hek en door een helemaal grasgroen uitgeslagen olijfgaard, waarna we bij de geasfalteerde weg uitkomen. Om de hoek zien je dan een indrukwekkende kloof. Antonio de gids loopt zonder veel te zeggen naar de enorme rotswand waar waarschijnlijk ´s avonds de plaatselijke geiten-schapenkudde overnacht en vertelt dat er eeuwenoude (twee tot drieduizend jaar oud?) tekeningen in de muur zijn uitgehakt. Je moest goed kijken maar uiteindelijk ontdekten we een soort tempel,zonnen en manen en een uil. 


 Inmiddels is de temperatuur opgelopen tot een graad of 20. We hebben hier wat uitgerust en ons lunchpakket opgegeten. Daarna wandelen we verder door de kloof en langzaam  klimmend zie ik ineens een kasteeltoren tussen de bomen door. Even later verschijnt een muur en dan zien we een redelijk groot kasteel op een plek waar niemand woont. Omhoog klimmend door mooie natuur belanden we bij de ruïnes van het kasteel van Otiñar. Waarschijnlijk gebouwd in de 13e eeuw en een belangrijke post in de verdediging of verovering van Granada. Er zijn ook verschillende torens (Atalayas) in de omgeving die allemaal via rooksignalen in verbinding stonden met het Alhambra in Granada en of met het kasteel van Otiñar. We hebben bij het kasteel alles bekeken, genoten van de enorme vergezichten en wat uitgerust. Later weer naar de weg gewandeld en hier hebben de mannen de auto´s opgehaald die drie km terug stonden.



  


Daarna zijn we de weg gevolgd en naar een verborgen stuwmeer gereden. Om bij het meer te komen reden we een drietal kilometers door ruig gebied en door een hek waarop stond dat deze weg met een lange tunnel ´s avonds om 20.00 uur tot ´s morgens 8 uur word afgesloten. Even later zien we het stuwmeer (Embalse de Quiebrajanoeen mooi meer met een eiland. Ondanks dat het natuurgebied dicht bij de stad Jaén ligt is het redelijk onbekend. Wij waren er op de Diá de la Constitucíon (6 december), een dag waarop heel Spanje uitgaat maar hier waren nauwelijks bezoekers.
Tegen half vijf zijn we richting Jaén gereden en hebben in een dorpje nog net even in de zon kunnen lunchen. Een mooie afsluiting van deze dag en als je in de buurt bent, het gebied en de wandeling zijn een aanrader.





Reacties

Populaire posts van deze blog

Mijn eerste blog vanuit Andalusie

Het stuwmeer van Iznájar

Een lekkend dak in Andalusië,